In  de  afgelopen  decennia  is  informatie-  en  communicatietechnologie  (ICT)  steeds meer  mogelijkheden  gaan  bieden  voor  verschillende  aspecten  van  het  dagelijks leven. Denk aan het onderhouden van relaties, activiteiten als bankieren, winkelen of het regelen van burgerzaken. Ouderen profiteren echter relatief weinig van de mogelijkheden van ICT. Een gemiste kans. Gezien de beperkingen waarmee het ouder worden  gepaard  gaat,  kunnen  ouderen  juist  veel  baat  hebben  bij  digitale  toepassingen. 

Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar het ICT-gebruik onder ouderen en de potentie ervan voor hun sociaal en emotioneel welbevinden. Dit  onderzoek  combineert  kennis  over  ICT-gebruik  met  inzichten  vanuit  de  gerontologie.  Veelgebruikte  modellen  beschrijven  vier  factoren  die  het  gebruik  van  ICT beïnvloeden:  ervaren  nut;  ervaren  gebruiksgemak;  sociale  invloed  en  faciliterende voorwaarden.  Daarnaast  staan  in  dit  proefschrift  drie  gerontologische  mechanismen  centraal.  Het  eerste;  socio-emotionele  selectiviteit  beschrijft  de  verschuiving van prioriteiten bij het ouder worden naar activiteiten en relaties die op korte termijn  sociale  en  emotionele  betekenis  geven.  Het  tweede  mechanisme;  selectieve  optimalisatie  met  compensatie  illustreert  hoe  ouderen  alternatieve  strategieën ontwikkelen wanneer niet alles meer vanzelf gaat. Het derde mechanisme; het behoud van controle betreft het streven van ouderen om ondanks beperkingen grip te behouden.

Hoewel  ouderen  vaak  worden  gezien  als  minder  digitaal  vaardig, lijkt dit niet de belangrijkste reden waarom zij wel of geen ICT gebruiken. Met andere woorden: de factor gebruiksgemak van technologie is vaak niet doorslaggevend. Veel belangrijker is het ervaren nut. Als een oudere een ICT als nuttig of waardevol ervaart, zal hij of zij bereid zijn vaardigheden aan te leren. Ook sociale invloed speelt een cruciale rol. Maar anders dan bij andere populaties (waar de sociale omgeving belangrijk is in het vormen van een mening) is de sociale invloed bij ouderen direct ondersteunend of juist belemmerend. Dat maakt het samen met privacy, een faciliterende voorwaarde.

Gerontologische  mechanismen boden een waardevol perspectief voor het  onderzoeken van het ICT-gebruik ten behoeve van het sociaal en emotioneel welbevinden. Ouderen  ervaren  het  gebruik  van  ICT  als  nuttig  om  zich  verbonden  te  voelen  met dierbaren;  bijvoorbeeld  door  (samen)  digitale  foto’s  te  bekijken  of  deel  te  nemen aan WhatsApp groepen. Daarnaast gebruiken ouderen ICT wanneer activiteiten op de traditionele  manier  moeilijk  worden,  zoals  het  sturen  van  e-mails  wanneer  het voeren van een gesprek niet lukt. Ten slotte blijkt het gebruik van ICT belangrijk voor een gevoel van controle.


Op basis van de bevindingen zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd:

1.Maak het van waarde Zorg ervoor dat ICT die je ontwikkelt, of gebruikt in een dienst voor ouderen bijdraagt aan hun sociaal en emotioneel welbevinden.

2. Gebruik  het  gebruikelijke  In  plaats  van  innovatieve  gadgets  en  robots  geven ouderen de voorkeur aan alledaagse technologie zoals laptops, tablets en smartphones. Maak hier gebruik van.

3. Verweef in het offline leven Maak van ICT gebruik geen activiteit op zich, maar integreer het in het dagelijks leven.

4.Support op maat Veel ouderen kunnen goed met ICT omgaan. De zorg of ze er verantwoordelijk mee omgaan is soms wel terecht. Ondersteun op maat.

Download hieronder het volledige proefschrift: